Verwerping van een begroting: wat zijn de gevolgen?
In dit artikel:
Vandaag stemt de Eerste Kamer over de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, die onderwerp van kritiek is vanwege geplande bezuinigingen. De spanning rond deze stemming is significant, vooral omdat er een kans is dat voor het eerst in meer dan honderd jaar een begroting verworpen kan worden. Dit zou gevolgen hebben voor de verdere parlementaire behandeling van andere belangrijke begrotingen, waaronder die van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Het budgetrecht, één van de oudste rechten in de parlementaire traditie, verplicht de Staten-Generaal de jaarlijkse begroting goed te keuren, zoals vastgelegd in de Grondwet en verder uitgewerkt in de Comptabiliteitswet 2016. Deze wet regelt ook hoe de begrotingen beheerd en gewijzigd worden. Een belangrijke bepaling hierin stelt dat, zolang een begroting niet is goedgekeurd, lopend beleid met terughoudendheid moet worden uitgevoerd.
Historisch gezien is het verwerpen van begrotingen een politiek instrument dat vaak leidde tot het verlies van vertrouwen in ministers. Tot nu toe zijn de laatste verworpen begrotingen van de Tweede Kamer daterend uit 1919 en van de Eerste Kamer uit 1907. In het geval van een verwerping, kan een nieuwe begroting worden ingediend, maar de implicaties voor de huidige regering zijn aanzienlijk, vooral als de Tweede Kamer het vertrouwen in de minister intrekt.
Ondanks de gevolgen van een verwerping door de Tweede Kamer, is het minder duidelijk hoe dit in de Eerste Kamer uitpakt. Indien de minister het vertrouwen van de Tweede Kamer behoudt, kan deze doorgaan, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de minister zelf. De komende weken belooft dus cruciaal te worden voor de Nederlandse politiek, waarin de begrotingsprocedures sterk onder de loep liggen.