Faber vindt geweld bij komst azc's 'onacceptabel', maar bezoekt gemeenten niet
In dit artikel:
Minister Marjolein Faber, verantwoordelijk voor het asielbeleid, veroordeelt het geweld dat recentelijk optrad bij protesten tegen de vestiging van asielzoekerscentra in diverse Nederlandse gemeenten, zoals Uden in Noord-Brabant, waar demonstraties gepaard gingen met bedreigingen, vuurwerk en het gooien van stenen. Ondanks deze onacceptabele incidenten weigert Faber voorlopig de getroffen gemeenten te bezoeken om bestuurders en inwoners persoonlijk te ondersteunen.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) wijt het toenemende verzet mede aan het kabinetsbeleid rond de spreidingswet, die gemeenten verplicht opvang te bieden zolang deze niet is ingetrokken. Deze juridische onzekerheid maakt het voor sommige gemeenten moeilijk om draagvlak te creëren bij hun bevolking, vooral omdat het kabinet snel wil stoppen met de wet die opvang verplicht stelt. Gemeentebestuurders voelen zich hierdoor door Faber in de steek gelaten en hadden gehoopt op een publiek steunbetuiging, zoals minister Judith Uitermark wel gaf door in gesprek te gaan met de gemeente Maashorst (waar Uden onder valt).
Tijdens een debat ontvingen gemeenten steun van oppositiepartijen D66, ChristenUnie en GroenLinks-PvdA, die Faber opriepen een duidelijke en krachtige veroordeling uit te spreken over het escaleren van protesten. ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder noemde het "jojobeleid" van de minister zelfs een aanjager van deze onrust. VVD-Kamerlid Queeny Rajkowski erkende dat zorgen begrijpelijk zijn, maar benadrukte dat intimidatie nooit gerechtvaardigd is, zonder het beleid direct verantwoordelijk te stellen voor de demonstraties.
Faber erkent dat frustraties leven omdat mensen het gevoel hebben dat overal in Nederland azc’s komen, hoewel dit volgens haar feitelijk niet klopt. Ze benadrukt dat geweld onacceptabel is en onwenselijk blijft. Ook stelt ze dat de ministeries al contact onderhouden met gemeenten en dat er wel degelijk steun wordt geboden, een bewering die haaks staat op de ervaringen van lokale bestuurders die zich niet gesteund voelen. De oppositie bestempelt de minister haar afwezigheid bij de gemeenten als een gebrek aan leiderschap en dringt aan op meer directe betrokkenheid om de situatie te kalmeren en de communicatie met betrokken partijen te verbeteren.