Breed gesteund plan moet geweld tegen vrouwen stoppen

In dit artikel:

Onder leiding van D66 is in de Tweede Kamer een initiatiefnota ingediend, gesteund door NSC, VVD en GroenLinks-PvdA, met een pakket harde maatregelen tegen geweld tegen vrouwen. Aanleiding zijn schokkende cijfers: in Nederland wordt gemiddeld elke acht dagen een vrouw vermoord — meestal door (ex-)partners — en jaarlijks zijn 1,3 miljoen mensen slachtoffer van huiselijk geweld. Signalen blijven te vaak onopgemerkt, hulpverlening is versnipperd en bij rechtbankzaken telt huiselijk geweld onvoldoende mee.

De nota wil dat alle schakels — van politiecentrale tot familierechter — beter opgeleid worden en adequater kunnen ingrijpen. Leraren, artsen en andere beroepsgroepen krijgen een wettelijke meldplicht bij vermoedens van huiselijk geweld. Eén regisseur wordt verantwoordelijk voor coördinatie van de hulp, zodat slachtoffers niet steeds hun verhaal hoeven te herhalen. Er komen concrete stappen tegen het tekort aan opvang: ongeveer 800 extra plekken moeten worden gerealiseerd en gemeenten moeten plannen maken voor veilige doorstroomwoningen.

Ook de rechtspraktijk wordt aangescherpt: rechters krijgen scholing om psychisch geweld en ‘intieme terreur’ te herkennen en veiligheid moet zwaarder meewegen bij beslissingen over omgang en gezag. Bij huisbezoeken moeten professionals slachtoffers apart spreken. Verder wordt een Nederlandse variant van Clare’s Law ingevoerd, waarmee slachtoffers en familie informatie kunnen opvragen over het geweldsverleden van een (ex-)partner. Hanneke van der Werf: "Vrouwen die slachtoffer zijn van geweld moeten op ons kunnen rekenen."

De nota benadrukt dat naar schatting 200.000 Nederlanders te maken hebben met de ernstigste vormen van psychisch partnergeweld en 185.000 met structureel terugkerend geweld — ontwikkelingen die volgens de indieners niet langer mogen voortduren.