Achtergrond: steeds meer stemmen tegen begrotingen in de Eerste Kamer
In dit artikel:
Op 22 april 2025 stemde de Eerste Kamer in met de laatste begroting van dat jaar, waarbij het aantal tegenstemmen opnieuw een recordhoogte bereikte. Hoewel een afwijzing van de begroting, zoals voor het laatst in 1906, nog uitbleef, is het vaker voorkomen dat partijen tegenstemmen bij begrotingsbehandelingen. Deze trend is zowel in de Eerste als Tweede Kamer toegenomen, maar de Eerste Kamer blijft doorgaans terughoudend vanwege haar beperkte mogelijkheden: zij kan begrotingen alleen goed- of afkeuren, niet amenderen.
Historisch gezien werden begrotingen tussen 1971 en 2002 regelmatig zonder stemming administratief afgehandeld, waarbij partijen wel ‘aantekeningen’ vroegen om hun ongenoegen aan te geven. Zo vroegen SP en GroenLinks in 2000 om dergelijke aantekeningen bij respectievelijk onderwijs en defensie. In 2025, het eerste jaar van kabinet-Schoof, werd echter een uitzonderlijk laag aantal begrotingen als hamerstuk (zonder debat en stemming) behandeld, waarbij vooral de Partij voor de Dieren (PvdD) en Forum voor Democratie (FVD) consequent aantekeningen vroegen of tegenstemden.
Hoewel de meeste begrotingen nog altijd voldoende stemmen kregen om te worden aangenomen (ongeveer 65), waren er situaties waarbij de meerderheid uiterst krap was, zoals bij de begroting van Landbouw met slechts 39 van de 75 stemmen. Opvallend is dat alleen oppositiepartijen 50PLUS en SGP alle begrotingen steunden, hoewel 50PLUS zich tegen het belastingplan keerde.
Een belangrijke verklaring voor deze ontwikkeling ligt in het feit dat kabinetten steeds vaker geen meerderheid meer hebben in de Eerste Kamer, in tegenstelling tot de Tweede Kamer waar meestal wél een meerderheid wordt gevormd bij de formatie. Dit maakt het lastiger voor het kabinet om steun te garanderen. In eerdere jaren, bijvoorbeeld bij kabinet-Rutte II in 2014, werden minder begrotingen betwist dankzij coalitieakkoorden met D66, ChristenUnie en SGP. Destijds bleef het verzet beperkt tot enkele begrotingen en waren er weinig aantekeningen.
De stijging van tegenstemmen sluit aan bij een groeiende politisering in de Eerste Kamer en lijkt ook verband te houden met het afwezig zijn van een gerichte strategie van het kabinet-Schoof om draagvlak te zoeken in die senaat. Dit werd zichtbaar bij debatten over het Belastingplan, onderwijsbegroting en recente asielwetgeving, waarbij het kabinet weinig bereidheid toonde tot compromis. Zo waarschuwde CDA-Kamerlid Bontenbal dat asielminister Faber de Kamer zou proberen te klemzetten, maar hij zich daar niet door liet beïnvloeden.
Kortom, de begrotingsbehandeling in 2025 markeert een nieuw dieptepunt in de relatie tussen kabinet en Eerste Kamer, met een toegenomen aantal tegenstemmen en weinig bereidheid tot samenwerking, wat wijst op bredere politieke spanningen binnen de huidige regeringsperiode.