Achtergrond: kortstondige kabinetten

dinsdag, 3 juni 2025 (10:26) - Parlement & Politiek

In dit artikel:

In Nederland zijn er verschillende kabinetten met een zeer korte zittingsduur geweest, zowel in de 19e eeuw als na de Tweede Wereldoorlog. Het kabinet-Fransen van de Putte uit 1866 was met 97 dagen het kortst, terwijl het naoorlogse kabinet-Van Agt II de kortste periode regeerde. Dit kabinet, gevormd door CDA, PvdA en D66, viel binnen acht maanden na de Statenverkiezingen door conflicten over bezuinigingen, waarna PvdA-bewindslieden hun ontslag indienden.

Ook verschillende overgangskabinetten waren van korte duur, waaronder Beel II (1958-1959), Zijlstra (1966-1967), Van Agt III (1982) en Balkenende III (2006-2007). Het kabinet-Zijlstra volgde het gevallen kabinet-Cals op en had als doel vervroegde verkiezingen te organiseren en lopende zaken af te handelen, zoals de begroting van 1967 en de invoering van de Omroepwet.

Een ander voorbeeld is kabinet-Balkenende I, bestaande uit CDA, VVD en de nieuwkomer LPF, dat in 2002 viel na interne spanningen binnen de LPF en conflicten tussen vicepremier Bomhoff en minister Heinsbroek. Dit leidde tot terugtreding van beide ministers en het verlies van vertrouwen door CDA en VVD.

Kabinetscrisissen in Nederland ontstaan vaak door interne conflicten of meningsverschillen met de Eerste of Tweede Kamer, wat kan resulteren in het voortijdig aantreden van opvolgende kabinetten. Na de Tweede Wereldoorlog is er een overzicht van dergelijke korte kabinetten, waarbij crisisbesluiten en politieke spanningen bepalend waren voor het voortijdig einde van regeringen.