Achtergrond: Bewindspersonen vervangen na een kabinetsval

dinsdag, 10 juni 2025 (14:40) - Parlement & Politiek

In dit artikel:

Na het vertrek van PVV-bewindslieden uit het gevallen kabinet-Schoof, blijven de overgebleven coalitiepartijen in Den Haag worstelen met een nieuwe verdeling van vijf ministersposten en vier staatssecretariaten. Totdat hierover een akkoord is bereikt, wordt gebruikgemaakt van de bestaande vervangingsregeling. Het opvullen van posten na het vertrek van een partij is in Nederlandse coalities geen nieuw verschijnsel. Eerder werden bijvoorbeeld in het kabinet Balkenende IV de vrijgekomen ministersposten zonder problemen verdeeld onder zittende ministers. Ook in eerdere kabinetten, zoals Biesheuvel I en II en Balkenende II en III, namen overgebleven bewindspersonen de taken over zonder uitgebreide onderhandelingen. In de zomer van 1982 kwam er snel overeenstemming over de postverdeling toen Van Agt II overging in Van Agt III, waarbij wel drie nieuwe ministers van buiten het kabinet werden aangesteld. Soms leidde het kabinet tot de benoeming van een nieuwe premier van buiten, zoals in 1958 met Beel en in 1966 met Jelle Zijlstra. In laatstgenoemd rompkabinet werd zelfs zonder benoeming van een minister van de steunende CHU genoegen genomen toen voorgestelde kandidaten afwezen. Deze historische voorbeelden illustreren dat kabinetsmolders vaak pragmatisch omgaan met het opvullen van posten wanneer een partij zich terugtrekt, wat nu ook het geval is bij het valt kabinet-Schoof.